De tijd van eenzijdige voedselproductie voorbij

Dick Veerman kaartte het al aan in zijn interview met haar op Foodlog: Carolyn Steel wordt in Nederland gezien als de ‘stadstuinbouwtruus’ of ‘die mevrouw van de lokale voedselstrategieën’. Maar haar betoog is breder dan een promo voor regionaal voedsel. Tijdens de opening van de debatreeks It’s Food Stupid in de Rode Hoed wilde ze dan ook met ons spreken over ‘voedsel als basis voor resocialisatie’, en een ‘nieuw maatschappelijk contract’, aldus het interview.

Helaas slaagde zij in haar 40min lezing niet echt in die opzet. De immer charmante en breedsprakige Steel herhaalde in feite wat zij al vertelde tijdens bijvoorbeeld het Amersfoortse architectuurcafé (2011) en het Haagse Foodprint Symposium (2009). Slechts in de laatste slides verwijst ze naar de broodnodige food democracy, note bene weer geïllustreerd met voorbeelden van rooftop gardening, community supported agriculture en een stedelijke voedselcoöperatie.

Pas wanneer iemand uit het publiek haar de vraag stelt of en hoe zij in ons toekomstig voedselsysteem ruimte ziet voor iets als monocultuur, vervaagt het beeld van de local food lady en stapt the real Steel naar voren. Over technische landbouwkennis beschikt ze onvoldoende om uitspraken te willen doen over monocultuur an sich. Echter, de door haar geschetste democratisering van ons voedselstelsel betreft een situatie waarin we samen beslissen of, waar, wanneer en hoe monocultuur mag plaatsvinden. ‘De tijd van voedselproductie als eenrichtingsverkeer is voorbij.

Wat mij betreft had dit het startpunt van haar lezing mogen zijn en de kapstok voor de avond. Aan de ‘Rotterdamse stadsboeren’ van Uit Je Eigen Stad vervolgens de uitdaging te illustreren hoe zij met hun initiatief een bijdrage willen leveren aan die democratisering. De democratisering van het hele voedselsysteem heb ik het dan over. Want al wordt hun onderneming feitelijk ‘het eerste rendabele stadslandbouwbedrijf van Europa’, hun inkomen halen ze niet geheel uit de productie van voedsel, maar ook uit de verkoop van ontmoeting, beleving en educatie. Het voedselverhaal dat zij en andere stadsboeren zullen vertellen, gaat over relatief kleinschalige, sociale en duurzame voedselproductie. Het gros van ons voedsel wordt op een heel andere manier geproduceerd, namelijk op hyper efficiënte bedrijven zoals dat van NAJK voorzitter Wilco de Jong, die ‘met de melkveehouders in de straat meer melk produceert dan heel Heerenveen kan wegdrinken’. Hoe kunnen we onszelf nou een mening vormen over dát type bedrijven? En hoe beïnvloeden wij dit grotere geheel vervolgens? Waar bestaat de voedseldemocratie als systeem nog meer uit dan praten, twitteren, bloggen en uiteindelijk onze keuzes als consument?

Kortom, Steels ‘resocialisatie’ denk ik te snappen. De concrete werkwijze van haar food democracy nog niet, en evenmin het ‘maatschappelijk contract’. Maar Carolyn Steel en Dick Veerman kunnen het aardig met elkaar vinden, begrijp ik, dus op de een of andere manier zullen we er vast nog meer van horen.

11 gedachtes over “De tijd van eenzijdige voedselproductie voorbij

  1. Van local food lady naar real Steel, ik zie het voor me! Ik kon er niet bij zijn maar lees dankbaar mee met het debat via foodlog, twitter en blogs als de jouwe: hoera voor crossmedia.
    Dick Veerman ziet een rol ziet voor de consument in het stellen van normen, omdat de overheid niet normerend optreedt. Dat zou je fooddemocracy kunnen noemen.
    Ikzelf heb vragen net als jij: wordt het dan niet een wedstrijdje greenwashen?

  2. Dank! Ik puzzel in dit geval met de rol van de mondige consument-leek die invloed wil / zou moeten uitoefenen op een systeem dat zelfs voor de meest knappe koppen een ingewikkeld verhaal is. Wat moet ik nou als consument vinden van dat hele landbouw systeem? Laat staan ergens met goede reden voor of tegen zijn.

    Wilco noemde bijvoorbeeld gisteren de koeien die ‘aan de draad staan’ omdat ze weer naar binnen willen. Daar wordt namelijk goed voor ze gezorgd. ‘Het zijn net kinderen, die raken ook gewend aan goede kwaliteit eten.’ Ergo: ze hoeven eigenlijk heel geen vers gras, die koeien. Toch vertelt onze Doornspijkse kaasboer (www.echteboerenkaas.nl) dat zijn koeien het buiten heerlijk vinden, en pas in oktober weer naar binnen willen. En Rebecca Hosking vertelt in haar film dat haar koeien helemaal niet naar binnen hoeven, als ze maar droog land hebben in de winter (http://www.youtube.com/watch?v=xShCEKL-mQ8). Als koeien op mijn kinderen lijken, vragen ze veel om snoep en zitten ze het liefst de hele dag achter de tv, maar varen ze wel bij veel buiten spelen en op tijd naar bed. Maar lijken koeien echt op mijn kinderen? Hoeveel ‘snoep’ zouden ze verhoudingsgewijs mogen en hoe lang moeten ze buitenspelen. Voor consumenten die beroepsmatig niets met landbouw, voedsel of wat ook te maken hebben, wordt het een ramp om zinnige beslissingen daarover te willen maken. Laat staan consensus vormen.

    Niet dat daarmee alles gezegd is… maar ik vind het lastig.

  3. Eens met jouw argument. Naar analogie van biodiversiteit pleit ik voor voedseldiversiteit. Ondanks slow food e.d. zie ik een enorme verschraling optreden (al enkele decennia) in hoe we eten maken, hoe we eten kopen en hoe we voedsel verbruiken. In de Rode Hoed stipten vooral Carolyn en Wilco dit even aan. Wat mij betreft zou het debat daarover mogen gaan.

  4. Dank, Jannes. En meteen maar geabbonneerd op je site (was ik niet eens!).

    Hans, de roep om diversiteit betekent ook dat we de efficiëntie een stukje moeten terugschroeven, omdat we dan niet meer zo kunnen inzoomen op één specifiek stukje voedsel? En hoe kom je via voedsel democratie bij voedsel diversiteit? Of gaat dat automatisch samen?

  5. Hebben jullie Kees de Vree gelezen over Van der Schans’ verklaring van stadstuinbouw? Het is gewoon een o/g-ding. Het is voor de leefbaarheid van de stad, zegt Van der Schans. Juist in Nederland heeft het geen betekenis in de voedselvoorziening. Dat zegt Vd Schans al jaren. Het is een uitstekende analyse. De uitdaging is echter het veel meer ‘betekenis’ te laten krijgen in appreciatie voor de waarde van voedsel ‘to keep us away from anarchy and war’.

    http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/3159082/2012/02/06/Voedsel-van-onverkoopbare-bouwgrond.dhtml

  6. Voedsel democratie, biodiversiteit, voedseldiversiteit, O/g dingetje. Stadslandbouw heeft het allemaal in zich.

    Wat wij willen is een grote hoeveelheid burgers die dag in dag uit bij ons over het erf komen om te zien wat voedselproductie nu eigenlijk inhoud. Wat er bij komt kijken, wat het kost, wat de consequenties zijn van keuzes, regelgeving, omgeving, etc etc. Tevens moeten we met al deze aandacht (beleving / mee-maken) gewoon onze boterham verdienen.

    Bio- en voedseldiversiteit.
    We laten mensen graag kennismaken met producten die zijn nog niet kennen of minder vaak eten omdat ze niet weten wat er allemaal mee kan. Als we op deze manier biodiversiteit kunnen ondersteunen zullen we dat toejuichen. Soms is het eigenbelang omdat bijvoorbeeld bepaalde solitaire bijen vroeger bestuiven dan de honingbij en onze oude ras dubbeldoelkip de Noord Hollandse Blauwen een goed en onderscheidend stuk vlees geeft en we er daardoor ook een goed prijsje er voor kunnen krijgen. Natuurlijk is onze akkers volzetten met bijzondere groenten de Tuinder zijn natte droom, maar of je daar nu een bedrijf mee draaiende houdt? Wij betwijfelen het. Daarom zullen veel van onze groenten heel bekend zijn en ‘dezelfde ‘ zijn als bij die grootgrutter uit de Zaanstreek. Waarom? Op zaterdag wil je best eens gek doen in de keuken, maar de rest van de week moet je na een blik in je groentenlade gewoon even snel een maaltijd op tafel kunnen zetten. Uiteraard neemt dat niet weg dat we kiezen voor de herkenbare producten met goed uitgangsmateriaal. Smaakvol, zoveel mogelijk biologisch en net even onderscheidend. En ja, we gaan ook mini-venkel, gele bietjes, palmkool en dergelijke telen. Voor de culinair aangelegde consument in het weekend en de horeca. En wil de burger dit alles thuis doen, dan hebben wij voor hen alle middelen te koop en workshops om het te leren.

    vastgoed.
    De vastgoedcrisis helpt ons op sommige punten. Onze insteek is het verkrijgen van locaties voor een minimale periode van 10 teeltseizoenen en zonder kosten. Wat krijgt de grondeigenaar hiervoor terug? Een mooi gaaf initiatief die zo’n locatie weer op een positieve manier in de picture brengt. Die een positieve uitstraling heeft naar de buurt. Misschien wel het verhogen van vastgoedprijzen, veiligheidsmonitoren, ondernemersklimaat etc. Er zijn vast wel mensen binnen de WUR die dit willen meten ;).

    Dit boven lezende lijkt het een grote belevingskermis en ja voor een deel is dat het ook. We zullen het niet ontkennen, maar het is en blijft een echt bedrijf, waar productie van echt eten centraal staat. Qua productiecapaciteit lijkt het misschien een gimmick, maar als we uiteindelijk onze 10HA hebben, produceren we voor 50.000 maaltijden per week aan groente. Dat betekent dat op een inwonersaantal van ruim 600.000 inwoners in Rotterdam, ongeveer 8% van de Rotterdammers elke een maaltijd van ons bedrijf kunnen nuttigen. Dus klein maar naar onze mening substantieel genoeg.

  7. Dank Bas!! Via Twitter geef je al aan dat we maar gewoon langs moeten komen ipv online doorpraten. Dat gaan we uiteraard doen!

    Toch nog een kleine krabbel: ook van een bedrijf dat deels beleving is mag je rondkomen. Educatie hoeft geen liefdadigheid te zijn als je het ook kunt vermarkten. Maar wat ik me nogmaals afvraag is: Welke soort verbinding tussen mensen en voedsel leg je, als jullie bedrijf een heel ander beeld laat zien van voedselproductie dan de gebruikelijke monoculturen en megastallen waarin ons voedsel geproduceerd wordt? Mocht je tóch willen reageren… 🙂 , dan graag op Foodlog waar de post inmiddels is overgenomen: http://www.foodlog.nl/artikel/the-real-steel/

  8. Ha Dorine, net een reactie getypt verdwijn ik ineens van de site grrr, opnieuw dus maar :). Anyway leuke blog post en dito avatar! Ik was er dus inderdaad niet bij in de rode hoed dus leuk om jouw ervaring te lezen. Ik heb Steel nu al een paar keer gezien net als jij en ze blijft inderdaad leuk maar het brengt niet zo heel veel nieuws meer. De laatste keer dat ik haar zag was tijdens een Purefood traning, zie hier de blog post daarover http://purefoodlinks.eu/2011/11/feeding-the-city-by-carolyn-steel/. Onze discussie ging toen met name ook over dat het niet zoveel zin heeft om te praten over wat beter is, de grootschalige hightech landbouw of het andere uiterste maar dat het interessanter is om te kijken wat voor vormen daar allemaal tussen zitten (het ‘bifurcation’ in de blog post). Dat deed me toen denken aan de Ted talk van Louise Fresco waarbij zij ook eigenlijk een heel gepolariseerd beeld schetst van industriele landbouw aan de ene en family farming aan de andere kant (als ik het me goed herinner). Je kunt het daar eindeloos over hebben en daar kom je dan meestal niet uit. Het interessantste voor mij is om te kijken wat de nieuwe intreders in de landbouw aan het doen zijn (zoals jijzelf), zonder agrarische achtergrond, met heel veel kennis van wat er globaal gebeurt en dus kunnen putten uit ideeen van een grote community en wellicht vooral vanuit een politieke drijfveer opereren maar wel economisch rendabel willen zijn, super boeiend!

Plaats een reactie