Duurzaam boer blijven – Wat wil de kringloopboer?

Frank Verhoeven van Boerenverstand werkt samen met ETC collega’s aan het project Duurzaam Boer Blijven. Afgelopen weekeinde gaf hij een presentatie over dit project op Kasteel Groeneveld in Baarn, tijdens het symposium “Licht op Landbouw” dat georganiseerd werd door het Netwerk Vitale Landbouw en Voeding (NVLV).

Bij deze, twee van de sheets uitgelicht die ikzelf interessant vind (en waarvan ik niet weet hoe goed internet die tekst oppikt bij het doorzoeken van presentatie-slides die online staan).

Kringloopboeren willen:

  • Doelen, geen middelen
  • Erkend en beloond worden voor goed vakmanschap
  • Integraal werken: de kringloopgedachte centraal
  • Meer uit Minder
  • Boerenverstand boven wetenschap en beleidsnotities
  • Inspirerende en innoverende voorloper-bedrijven boven proefboerderijen
  • Lange termijn: duurzaam boer blijven in de regio.

Uitdagingen:

  • Boeren weer onafhankelijker laten denken
  • Verder werken aan goede voorbeelden (best practices)
  • Het ontwikkelen van een (interactief) handboek kringloop-melkveehouderij
  • Het opzetten van regionale studieprogramma’s met landelijke uitwisseling/koepel “duurzaam boer blijven”
  • Eenvoudig, stimulerend en erkend certificeringssysteem

Zie hier, de uitganspunten en uitdagingen voor het ambitieuze project Duurzaam Boer Blijven: www.duurzaamboerblijven.nl.

Wat is boerenverstand?

Frank Verhoeven (Boerenverstand / Boerenbox) doet op zijn weblog de oproep aan lezers om hun idee of definitie van boerenverstand te geven. Eens proberen:

Boerenverstand is op je klompen aanvoelen hoe de (hooi)vork in de steel zit.

Onverwacht

Naast het leuke feitje dat ‘boerenverstand’ werd uitgeroepen tot het mooiste agrarische woord van 2007 (wat is het woord van 2008?) geeft Wikipedia de volgende omschrijving van de term boerenverstand:

Boerenverstand is een eigenschap die mensen wordt toegeschreven wanneer zij zonder dat zij daartoe een vooropleiding hebben gevolgd een logische redenatie volgen of duidelijk aanvoelen hoe de vork aan de steel zit. In eerste instantie werd het vooral gebruikt voor mensen van het platteland die goed op argumenten konden wijzen en logisch konden redeneren terwijl dit niet kon worden verwacht wanneer alleen gekeken werd naar de voltooide opleidingen.

Wat me opvalt aan deze definitie is dat onverwachte van het boerenverstand. Dat mensen schijnbaar echt verrast waren van de kennis waarover de plattelandsbewoner beschikte. Onverklaarbaar. Iemand die geen universitaire studie heeft gevolgd kan toch eigenlijk niet zoveel weten?

Deze houding is naar mijn idee nog steeds een grote valkuil in de aanpak van armoedebestrijding door middel van landbouwonderzoek en ontwikkelingswerk. Promotie van schaalvergroting, monocultuur, chemische pesticiden en andere externe input; in communistische regios de invoering van collectieve boerderijen. De afgelopen decennia of zelfs eeuwen werden boeren met eeuwenoude kennis van het gebied en de lokale ecosystemen naar de rand of zelfs buiten het agrarische productieproces geplaatst. Kennis van natuurlijke vijanden van plaaginsecten of manieren van microklimaatbeheersing gingen verloren of werden onbenut gelaten.

Langzaam probeert men dit nu ongedaan te maken, door boeren te trainen in praktische, duurzame landbouw technieken en door boeren weer te betrekken in de ontwikkeling van hun gebied en lokale landbouwinnovaties. Vaak nog van uit het idee dat het betrekken van de boer zal helpen dat de boer de extern aangedragen oplossingen zal accepteren, of met een flauwe waardering voor het feit dat ‘de boer best wel veel weet, hoor’. Echt vertrouwen in de kennis die bij boeren nog aanwezig is, is bij veel van die participatieve benaderingen nog ver te zoeken, terwijl er voorbeelden van boerenverstand te over zijn. (Zie ook het werk van ILEIA en PROLINNOVA.)

De taal van kennis

Dat de kennis van de boer onderschat wordt heeft wellicht ook te maken met het feit dat veel van het boerenverstand impliciet c.q. onbewust is. Dat bepaalde handelingen wel/niet werken kan bij de boer bekend zijn, maar welke achterliggende natuur- en scheikundige en biologische processen hieraan ten grondslag liggen is niet altijd uit te leggen. En als er wel bewuste kennis hiervan bestaat wordt dit door de boer lang niet altijd geuit in een taal die onderzoekers en landbouwadviseurs en -voorlichters begrijpen. Soms gebruiken boer en onderzoeker verschillende termen voor een en hetzelfde onderwerp, of juist een zelfde term voor verschillende zaken.

Dat dit ook vandaag de dag nog verrassend is voor onderzoekers blijkt wel uit dit nieuwsberichtje over recent WUR onderzoek over droogte en lage productiviteit in Tanzania en Ethiopië.