In de LinkedIn groep Jeugd en Groen wordt wat heen en weer geschreven over het onderwerp speelnatuur, o.a. naar aanleiding van het nieuwe weblog Speelnatuur dat Marjan Wagenaar maakte voor een initiatief binnen de provincie Overijssel.
Natuurlijke speelplekken in Gelderland
Marjan wees me op het project Cool Nature in mijn eigen provincie Gelderland. Op de websitevan Cool Nature staat: “Op diverse plaatsen in Gelderland komen locaties waar de jeugd op natuurlijke plekken kan ravotten. (…) Projectleider Annika van Dijk legt uit dat Cool Nature afwijkt van de gebruikelijke speelplekken. Er zijn geen schommels en glijbanen en er liggen geen tegels. De bedoeling is juist dat de kinderen natuurlijke materialen gebruiken, zoals takken, zand en water. ”
Hoewel een interessant project komt zo’n manier van presenteren me toch vreemd over. Gelderland is een ontzettend groene provincie. De Veluwe, Betuwe, Achterhoek. Er “komen locaties“? Die zijn er al! Ga het bos in, de hei op, maar: benut ook gewoon die bosjes en braakliggend terrein in de wijk.
Wereld op z’n kop
Een voorbeeldje uit mijn eigen gemeente Nunspeet: Vorig jaar werd er door gemeente Nunspeet een serie buurtbijeenkomsten georganiseerd rondom de inrichting van de wijken. Speciale aandacht was er voor het onderwerp speelvoorzieningen, waar de gemeente onderzoek naar had gedaan en in wilde investeren. Blij kondigde de gemeente aan dat er een flink bedrag werd uitgetrokken voor de Belgen buurt waar nu geen speelplaats is. In een stukje groen – een bosje ter groote van een plantsoen – zouden mooie speeltoestellen geplaatst worden van natuurlijke materialen. Een moeder en bewoner uit de betreffende wijk reageerde erg verbaasd en vertelde dat het geld wat haar betreft graag naar verbetering van de speeltuinen in andere wijken kon gaan. Buurtkinderen maken namelijk gebruik van het bosje als mini-crossbaantje, hebben er zelf heuveltjes aangelegd, en ravotten er dagelijks, al jaren.
Ik weet eigenlijk niet wat er met het plan gebeurd is. Het is natuurlijk mogelijk dat de moeder niet namens de andere bewoners sprak, die misschien voor kinderen in de pré-crossbaan leeftijd wel graag een wip-kip wilden hebben. Maar hoe dan ook is zo’n plan wat mij betreft de wereld op z’n kop. Heuveltjes en bomen zouden moeten worden weggehaald om plaats te maken voor natuurlijke speeltoestellen, terwijl de huidige situatie op zichzelf al een natuurlijke speelgelegenheid biedt.
Speelnatuur maken of speelnatuur zien
Alle activiteiten die erop gericht zijn om het huidige aanbod en de uitvoering van speeltuintjes te verbeteren is welkom. Maar voor het stimuleren van buitenspel van kinderen, iets wat door o.a. Cool Nature wordt nagestreefd, is meer nodig dan een wilgentenen mini-amfitheater voor die sporadische biologieles in de open lucht. Ik gun elke wijk zo’n pracht-plekje, maar buitenspel gaat toch voor een groot deel over het zien van spelmogelijkheden, ook als je in eerste instantie denkt dat die er niet zijn. Met een speelgoedauto moet je rijden, vooruit of achteruit, dat is het wel zo´n beetje. Ook goed, maar een kind heeft méér nodig. Waar speelnatuur-initiatieven de kinderen mee willen helpen is vrijer te spelen. Geef kinderen natuurlijke materialen en ze gaan zelf bouwen. Ze leren denken buiten kaders, worden creatiever, inventiever, behendiger, socialer. De initiatieven zelf richten zich echter nog vaak op het concept, op de esthetiek. We willen dat kinderen zien dat een tak leuk speelgoed kan zijn, maar stoppen vervolgens een hoop tijd en energie in het neerleggen van die specifieke tak op die specifieke plek. Ook zelf moeten we kennelijk nog ontdekken wat er zo leuk is aan de takken die gewoon voor het oprapen liggen. Een sprong maken van het aanleggen van speelnatuur, naar speelnatuur herkennen in de aanwezige natuur om ons heen.
Ik denk dat er winst is te boeken als de nadruk verschuift naar speelnatuur in het alledaagse. Speelnatuur voor iedereen. We boeken winst als:
- Ouders hun kinderen gewoon iets meer buiten laten spelen en leren spelen. Jong beginnen, ze zelf risico’s laten ontdekken. Eens goed luisteren naar Staatsbosbeheer en lekker wél van de paden af in dat bezoekersbos.
- Burgers de kinderen wat vrijer laten spelen in plantsoenen (moet ik nog steeds aan wennen!), er hun hond niet laten poepen en geen (bouw)afval op lege terreintjes dumpen.
- Gemeenten ‘lege’ ruimte zoveel mogelijk open, groen en “onbenut” laten en parken en plantsoenen meer speelgeschikt maken of houden (meer stevige bomen en struiken ipv alleen lage prikkelstruiken).
En wellicht boeken we ook winst als programma´s als Cool Nature niet meer onder een provinciaal kopje milieu, klimaat en energie vallen, maar bijvoorbeeld onderhet kopje jeugd. Want daar is het toch eigenlijk om te doen?
Twittertag: #speelnatuur