Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland – Workshops en debat

Astric van der KooijNa de lunch startte de Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland met een publiek debat, met verve gefaciliteerd door Astrid van der Kooij (Movisie). Deelnemers werden uitgenodigd bedreigingen te noemen, maar meer nog, oplossingen aan te dragen voor leefbaarheid op het platteland.

Deze oplossingen dienden zich vooral aan in de vorm van voorbeeldinitiatieven uit alle hoeken van het land. Initiatieven van gemeenten, belangenorganisaties, vrijwilligers, maar ook lokale ondernemers en grotere private partijen als zorginstellingen en woningbouwcorporaties, zoals bijvoorbeeld:

  • De Buurtsuper Speciaal – gerund door mensen met een verstandelijke handicap. Eerste versie geopend in 2003 in het Friese Oldeberkoop. Inmiddels op veel meer plaatsen in Nederland.
    (Video impressie)
  • De door dorpsbewoners gerunde supermarkt in Sterksel, Noord-Brabant.
    (Radio 1 uitzending – 28 Nov 2008)
  • Of een dorpshuis in de gemeente Liesveld dat geëxploiteerd gaat worden door een zorginstelling.

Tijdens de ochtend meldde Lotte Vermeij (SCP) dat niet zozeer het vertrekken van winkels de dorpsbewoners zorgen baarde, maar veel meer nog het verdwijnen van sociale ontmoetingspunten. De aangedragen voorbeelden in het middagdebat gaven echter blijk van aanpak van beide aspecten, vaak in één project. Want die laatste lokale winkel is natuurlijk niet zelden een van de laatste sociale ontmoetingspunten van het dorp.

Beursvloer

Als één van de mogelijkheden om samenwerking tussen lokale partijen opgang te brengen, prijst Movisie de Beursvloer aan. Een instrument, op meerdere plaatsen in het land ingezet, waarbij maatschappelijke behoeftes worden verhandeld en matches tot stand gebracht tussen bedrijven, lokale overheden, serviceclubs, scholen, maatschappelijke organisaties en vrijwilligersorganisaties.

Greenwish

Een interessante dienstverlener op dit gebied is bijvoorbeeld ook Greenwish: “GreenWish stimuleert en ondersteunt het waarmaken van duurzame idealen. Wij zijn er voor mensen die zelf een initiatief in de wereld willen zetten, mensen die initiatieven willen helpen ontwikkelen en voor diegenen die vanuit hun werk met burgerinitiatieven bezig zijn.”

Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland – Ochtendsessie (plenair)

Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland

Vandaag (dinsdag 2 december) vond in Kasteel Groeneveld in Baarn de Kennisdag Sociaal Vitaal Platteland plaats (Movisie/LNV).

Sociaal kapitaal onderzocht

In een plenaire ochtendsessie presenteerde eerst Lotte Vermeij (Sociaal Cultureel Planbureau) het onderzoeksrapport “Overgebleven dorpsleven. Sociaal kapitaal op het hedendaagse platteland” dat zij recent schreef samen met Gerald Mollenhorst (Universiteit Utrecht).  Waar ‘de media’ gisteren vooral benadrukten dat plattelanders weinig moeten hebben van allochtonen en de krant van de Christen Unie kopte dat huwelijken het platteland leefbaarder maken, gaf Vermeij een wat gebalanceerder beeld door gewoon het hele onderzoek te doorlopen en ons alle interessante grafieken te tonen.

Na Vermeij volgde Frans Thissen, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam, met een inleiding op het UvA onderzoek rondom civil society in kleine dorpen, met als specifieke focus de dorpen in de gemeente Aa en Hunze (Drenthe). Over één van die dorpen, Anderen, schreven John en Dorothy Keur 50 jaar eerder hun “The deeply rooted; a study of a Drents community in the Netherlands”, wat als mooie baseline study kon dienen voor het recentere UvA onderzoek. Prachtig detail: van de verenigingen die er ten tijde van de Keurs in Anderen waren is er slechts 1 opgeheven (een oudervereniging van de lokale school, die stopte toen de school uit Anderen verdween) en zijn er zelfs vele verenigingen bijgekomen.

Begrippenkader

Alledaagse begrippen als leefbaarheid en sociale cohesie zijn voor onderzoekers maar moeilijk te meten, aldus Thissen. Toch hebben de onderzoekers van beide projecten UvA en SCP/UU) hun best gedaan. Een heel scala aan definities passeerde de revue. Allen bedoeld om de onderzoeksgegevens in het juiste perspectief moeten plaatsen. Zo leerde ik dat er naast stedelingen en plattelandsbewoners ook quasi-stedelingen en quasi-plattelandsbewoners zijn, dat er in de categorie woondorpen (wat uiteraard weer andere dorpen zijn dan autonome dorpen) onderscheid te maken valt tussen bemiddelde en minder bemiddelde woondorpen, dat het SCP platteland definieert als daar is waar er minder dan 1000 addressen onder een postcode gebied vallen, en dat bovengenoemd onderzoek nog eens onderscheid maakt tussen het gesloten platteland, het dorpse platteland, woonplatteland, stedelijk platteland en elitair platteland (u weet wel, waar ze bijvoorbeeld wel grasland en maaimachines hebben, maar dat gazon en de lawn mower noemen).

Praktijk

Misschien had het moeilijke klimaat van de locatie (een verwarmde tent achter het kasteel – daar moet nog heel wat voor ‘gecompenseerd’ worden!) er wat mee te maken, maar hoewel erg interessant, de twee presentaties hadden van mij iets korter gemogen. Dat was wellicht ook het gevolg van mijn eigen moeite een directe koppeling te zien tussen deze onderzoeken en het stimuleren en ondersteunen van sociale initiatieven op het platteland.

Luit Hummel van de Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe (met wie ik sprak tijdens de lunch) zag die link wel degelijk: onderzoeken als deze kunnen heel goed dienen als theoretisch kader om lokale partijen te helpen reflecteren op elkaar en zichzelf, als start voor nieuwe initiatieven voor (behoud van) een vitaal platteland.