Pompoensoepwedstrijd

Pompoensoep lijkt als gerecht te passen bij veel van de dingen die we op dit moment belangrijk vinden. Het is gezond. Gemakkelijk en snel te maken, ook samen met kinderen thuis, op school of op de opvang. Pompoen is in ons klimaat goed te telen en te bewaren. Veel mensen zetten dan ook hun moestuin vol met pompoenen en verkopen de opbrengst op een lokale markt of aan de weg, vaak voor weinig geld. Suggestie: koop er een paar. Ze zijn namelijk lang te bewaren!

Het Idee

Tijdens het koken van pompoensoep gisteren (met schil en al, uitje erbij, in bouillon koken, pureren, klaar) bedacht ik een leuke actie voor de Dorpstuin. Als Dorpstuin willen we mensen betrekken bij het ecologisch telen van lokaal, gezond voedsel en willen we consumenten bewust maken van de weg die ingrediënten afleggen voor ze een lekker maaltje vormen op ons bord. Eten maken – from seed to table – kan heel mooi een sociale activiteit zijn en dat willen we aanmoedigen.

Vaak zie je tegen het eind van het jaar wedstrijden van de grootste pompoen. Maar meer of groot is niet altijd hetzelfde als lekker, gezond en duurzaam. Wat meer past bij de Dorpstuin is een pompoensoepwedstrijd. Hieronder de “ingrediënten”. Aanvullingen of alternatieven van harte welkom!

De Ingrediënten

  • In het voorjaar zaaien we pompoenzaden in afbreekbare potjes. De kleine plantjes worden verkocht in het dorp, mogelijk tijdens een officiële opening van de Dorpstuin Nunspeet. De kopers – mensen van alle leeftijden – krijgen meteen een deelnamecertificaat om mee te kunnen doen aan de pompoensoepwedstrijd. Ook wat instructies voor de pompoenteelt worden meegegeven. Een pompoen groeit bijvoorbeeld heel goed op een composthoop. De plek geeft de plant veel voeding en andersom onttrekt de plant de compost aan het oog. Als je nog geen composthoop had is dit een mooie gelegenheid er eentje op te zetten.
  • Een wedstrijddag wordt georganiseerd eind September / begin Oktober. Deelnemers melden zich x weken van tevoren aan zodat een goede locatie kan worden gezocht waar alle soepjes warm kunnen worden aangeboden. Geïnteresseerden die destijds geen plantje hebben gekocht kunnen wellicht nog een pompoen uit de Dorpstuin kopen, mits het aantal deelnemers de max nog niet heeft bereikt.
  • Op de dag zelf – via de VVV en de lokale kranten aangekondigd – wordt natuurlijk de late oogst uit de Dorpstuin verkocht, inclusief pompoenen. Ook andere lokale voedselproducenten zijn welkom. Biologische eieren, kippen en rundvlees. Honing, kaas, walnoten, etcetera. Misschien nog wat leuke activiteiten, zoals een kookworkshop rondom (verschillende soorten) pompoenen.
  • Een jury wordt samengesteld. Een goede kok of andere smaak-expert, een jeugdig jurylid (hiervoor kunnen kinderen zich aanmelden) en bijvoorbeeld een wethouder.
  • Beoordeling voor de soep door de jury gebeurt aan de hand van verschillende aspecten. Hoe ziet de soep eruit, hoe ruikt hij, hoe smaakt hij? Maar ook: hoe creatief is het recept, hoe lokaal / duurzaam zijn de ingrediënten, hoe makkelijk is de soep te bereiden, en hoe gezond is het soepje uiteindelijk? Nog andere, goede criteria?
  • De jury proeft wat van alle soepjes en roept een prijswinnaar uit: de Pompoenen Prins of Prinses. Met hulp van de lokale media kan de winnaar in het zonnetje worden gezet. Het winnende recept wordt op de website van Dorpstuin Nunspeet geplaatst (www.dorpstuinnunspeet.nl). Ook ontvangt de winnaar een leuke prijs. (Nog te bedenken. Hangt ook af van de leeftijd van de winnaar natuurlijk. Een kind van 10 heeft misschien niet zoveel zin in een duurzaam diner voor twee.)
  • Het publiek kan stemmen voor een publieksprijs (op kleur, geur en smaak). Uiteraard wordt ook deze winnaar beloond en bekroond. Verder worden de bezoekers aangemoedigd de Dorpstuin suggesties doen, zich aanmelden als vrijwilliger voor het nieuwe seizoen en/of zich aanmelden voor de nieuwsbrief.

Lijkt me een leuke actie die mensen al aan het begin van het jaar betrekt, en een mooie afsluiting vormt van het oogstseizoen. Wanneer we e.e.a. voor elkaar hebben met de Dorpstuin verschijnt een aankondiging aldaar op de website.

Bufferen, buffelen en laten gaan

Wanneer men zich in Italië bezig houdt met landbouw en zorg heet dat “sociaal boeren”. Ik vind dat altijd een mooie term, die heel breed kijkt naar de sociale functie van de zorgboer (en zijn andere sociale collega’s) binnen de samenleving.

Sociale boer

Een geweldig voorbeeld van zo’n sociale boer in Nederland is Jaap Gorter. Jaap heeft decennia lang ervaring als tuinder / zorgboer, in Nederland (bij de Noaberhoeve in Echten) en daarbuiten. Ik maakte kennis met hem op een ontmoetingsdag van Stichting Omslag en de CoP Farming for Health. Afgelopen vrijdag nam Jaap uitgebreid de tijd om mij flink opweg te helpen met de plannen voor Dorpstuin Nunspeet.

Balanceren

Eén aspect van het zorgboeren dat steeds weer terugkwam in ons gesprek, was de moeilijke en uitdagende balans tussen de hoeveelheid werk en hoeveelheid hulp op de tuin. Hoe zorg je dat er steeds genoeg geschikt werk ligt voor de vaste deelnemers, maar dat je het werk ook kunt behappen wanneer de verwachtte hulp om wat voor reden dan ook tegenvalt.

Om te zorgen dat je genoeg werk achter de hand hebt, kun je bufferklussen creëren (hout hakken of aardappelzakken naaien, bijvoorbeeld) voor de rustiger periodes. Wanneer er over het geheel genomen meer werk nodig lijkt te zijn, moet je soms een structurele klus aanhalen, zoals uitbreiding van je tuin. Toch kan het zijn dat dat werk daarna moeilijk bij te benen is, omdat deelnemers minder gaan werken of wegblijven, de inzet van vrijwilligers afneemt, of bijvoorbeeld door eigen ziekte.

Inhalen

Je rekent op veel hulp, maar wanneer die hulp tegen valt moet je ook de nodige maatregelen kunnen nemen. Dat betekent werk snel in je eentje uitvoeren of dingen laten gaan. Wat de eerste optie betreft kun je door mechanisatie in weinig tijd veel werk uitvoeren. Werken met de rolschoffel – “de beste uitvinding sinds de fiets”  aldus Jaap – als voorbeeld. Bij de inrichting van de tuin moet je hier rekening mee houden. Op zo’n manier inrichten dat er genoeg duidelijke klussen voor deelnemers zijn, en tegelijk zó dat er makkelijk en snel door te tuin kan worden gegaan om te planten, schoffelen of oogsten.

Laten gaan

Dingen laten gaan is misschien nog veel moeilijker dan die inhaalslag maken. Wanneer het werk in een deel van de tuin toch uit de hand loopt en onkruid alles overwoekert, is het soms beter dat stukje tuin te  frezen en opnieuw te beginnen. Het is tegelijk een beetje hard zijn – een streep trekken door je werk en je plannen – als ook jezelf fouten toestaan en verder gaan.

Daarin vormt het werken in de tuin weer een mooie metafoor voor je eigen leven op andere niveaus, lijkt me. Niet alleen voor deelnemers aan je tuin of boerderij, maar ook voor zorgboeren en werkbegeleiders.